Je hebt last van een sombere of depressieve stemming en je interesse en plezier in bepaalde activiteiten (die je normaal gesproken wel interesseerde of plezierig vond) is verminderd. Mogelijk merk je veranderingen op het gebied van je energieniveau, slapen, eten, concentratie en geheugen en het kan zijn dat je wel eens denkt ‘zo hoeft het voor mij niet meer’. 

​

​

Je hebt last van plotselinge vlagen of aanvallen van hevige angst of spanning die met een aantal lichamelijke symptomen gepaard gaan. Mogelijk ben je bezorgd over de gevolgen van zo’n aanval (bijvoorbeeld de angst om gek te worden of een hartaanval krijgen) en ga je hierdoor bepaalde situaties uit de weg of je doorstaat bepaalde situaties met een grote angst. 

​

Je voelt je angstig in de omgang met andere mensen, waarbij je bekeken of beoordeeld kunt worden door anderen, of wanneer je nieuwe mensen ontmoet. Mogelijk ben je bezorgd dat je misschien iets zult zeggen of doen waardoor je jezelf in verlegenheid brengt of vernedert tegenover anderen, of dat anderen slecht over je zullen gaan denken. 

​

​

Er kan sprake zijn van een overmatige angst voor iets speciaals of er is iets wat je beslist niet durft. Hierbij kun je denken aan angst voor honden, voor de tandarts, voor kleine ruimtes etc.

Je bent voortdurend bezorgd of angstig over een aantal verschillende alledaagse zaken. Het lukt je maar moeilijk om het piekeren onder controle te houden en het kost veel moeite het piekeren te stoppen. 

Je hebt last van een bovenmatige angst om aan een ernstige lichamelijke ziekte te lijden of deze te krijgen. Dit geeft je veel zorgen en mogelijk zoek je steeds geruststelling hiervoor (bijvoorbeeld door bezoekjes aan artsen) of controleer je hierdoor veelvuldig je eigen gezondheid en vermijd je ziekteonderwerpen.

​

​

Je hebt last van een traumatische ervaring, moet hier veelvuldig aan denken of het keert via herbelevingen en tijdens dromen terug en je ondervindt hier veel angst of hinder van.

Mogelijk vermijd je ook zaken die geassocieerd zijn aan het trauma zoals bijvoorbeeld de plaats waar het gebeurd is en de herinneringen eraan. Als gevolg van het trauma kan het voorkomen dat je erg waakzaam en schrikachtig bent geworden en last hebt van prikkelbaarheid. Er kan dan sprake zijn van een posttraumatische-stressstoornis (PTSS).

​

​

Je hebt al langdurig last van psychische klachten in reactie op het overlijden van een naaste of een andere verlieservaring. Denk hierbij aan ongeloof, moeite het verlies te accepteren, vermijding van herinneringen aan het verlies en moeite met doorgaan met het gewone leven. Dergelijke symptomen zijn ‘normale’ rouwreacties, maar soms komt het voor dat ze chronisch zijn geworden. 

​

​

Je hebt last van telkens terugkerende, opdringende gedachten, die een duidelijke angst veroorzaken. Bijvoorbeeld angst voor besmetting, angst voor ongelukken of rampen. Je kan hierbij een sterke neiging hebben om bepaalde handelingen of gedachten steeds opnieuw uit te voeren, zoals schoonmaakrituelen of veelvuldig controleren van bijvoorbeeld sloten of gas.

​

Het kan ook zijn dat de opdringende gedachten gaan over je uiterlijk en je het gevoel hebt dat er sprake is van onvolkomenheden of misvormingen in je uiterlijk. Hierdoor kan het zijn dat je sociale situaties uit de weg gaat, bezig bent met camoufleren of aan het zicht onttrekken van een bepaald lichaamsdeel, veelvuldig controleert door bijvoorbeeld in de spiegel te kijken, overmatig aandacht besteedt aan je uiterlijke verzorging, vraagt om geruststelling of in gedachten je uiterlijk negatief vergelijkt met dat van anderen. Mogelijk is er sprake van een body dysmorphic disorder ofwel morfodysfore stoornis. 

​

​

Als je al enige tijd overbelast bent, bijvoorbeeld door werk of een veeleisende thuisomgeving, dan is de kans groot dat er allerlei lichamelijke en psychische klachten ontstaan. Zo kan je last krijgen van bijvoorbeeld extreme moeheid, prikkelbaarheid, vergeetachtigheid en een slechte concentratie. Je voelt je opgebrand. 

​

​

Heb je last van een negatief zelfbeeld of een lage eigenwaarde dan wil dat zeggen dat je jezelf negatief beoordeelt. Misschien vind je jezelf waardeloos of omschrijf je jezelf als lelijk, saai, dom of dik. Het lukt je niet goed om positieve punten over jezelf te omschrijven en legt vooral de focus op, in jouw ogen, negatieve punten. Bij een gebrek aan zelfvertrouwen heb je te weinig vertrouwen op en in jezelf. Mogelijk heb je het gevoel dat je tekort schiet, je bent niet trots op jezelf en bekritiseert jezelf voortdurend. Al met al herken je dat je je nooit goed genoeg voelt. 

​

​

Je wilt graag werken aan patronen/valkuilen, gezien deze je leven negatief beïnvloeden. Hierbij kun je denken aan perfectionisme, vermijdingsgedrag, anderen pleasen, de lat hoog leggen of jezelf niet gezien/gehoord voelen. 

​

​